De tekening met het penseel
|
|
- Maak een mengsel van rode oker met een puntje zwart; niet veel verdunnen.
- Trek met het penseel de lijnen van de bestaande tekening na.
- Als de tekening helemaal ingekrast was, is de tekening met het penseel niet nodig, maar het blijft een goede oefening. |
|
- Een beetje zwart bij het mengsel doen om de wenkbrauwen te tekenen, de oogleden, ogen, pupillen, omtrek van de oren, de "neusdruppel", neusvleugels en lippen.
- Deze mengeling ook gebruiken om eventueel vingers en de tenen te tekenen.
- Deze lijnen zijn belangrijk en moeten na het opleggen van de eerste kleurlaag voldoende duidelijk doorschijnen. |
Grondkleur voor het inkarnaat
|
|
De keuze van de kleur voor het grondinkarnaat (proplasma) zal afhangen van de school van de voorbeeldikoon en van de periode waarin die geschilderd werd. Die kleur kan variëren van het sombere bruingroen van de school van Pskov, of het helder bruingroen van de school van Moskou tot het chocoladebruin van de Griekse ikonografie of de school van Novgorod, en het goudbruin van de Italo-Kretenzische ikonen.
Hier werd voor dit voorbeeld een grondkleur gekozen die aanleunt bij de school van Novgorod.
|
|
- Voor het grondinkarnaat de volgende verhoudingen nemen: 3 delen rode oker en 1 deel gele oker.
- Deze kleuren met wat water mengen en blauw toevoegen tot een chocoladekleur bekomen wordt.
- Een puntje groen en zwart toevoegen en mengen.
- Als de tint te rood wordt er wat gele oker aan toevoegen enz..maak proeven op wit papier om het resultaat te kunnen beoordelen als de verf droog is.
- De kleur mag niet te helder zijn om de latere oplichtingen voldoende te doen uitkomen.
- Er genoeg emulsie bijdoen want deze laag moet stevig zijn om er de latere oplichtingen op aan te brengen. |
|
- Deze dekkende laag leggen beginnend aan de bovenkant van het hoofd en uitstrijken over de ganse oppervlakte van gezicht en hals.
- Vermijden de grondlaag van de ikoon met het penseel te "krabben" en niet terugkomen op wat al gedaan is.
- Eenzelfde laag aanbrengen op handen en voeten en ander inkarnaat als dat er is.
- Goed plat laten drogen en afblijven ook als er onvolmaaktheden blijken te zijn. |
De eerste oplichting
|
|
- Bepaal de zones die moeten opgelicht worden. Voorstudies kunen gebeuren op de schetsen, zoals hiernaast geïllustreerd. De grotere densiteit van de kleur duidt hier aan waar sterkere oplichtingen moeten komen. |
|
- De lijnen van het gezicht met het penseel ophalen en zo nodig de tekenschetsen gebruiken als de lijnen moeilijk te zien zijn.
- Meng 1 deel gele oker met 2 delen rode oker en een weinig emulsie. Goed verdunnen (met water).
- Beginnen op het plekje dat de grootste oplichting moet krijgen; bij het verder uitspreiden van de verf deze nog wat verdunnen met water en met het penseel altijd strijken in de richting van de lichtste zone.
- Vermijden de grondlaag te "krabben".
- Volledig laten drogen. |
|
- Na het drogen de plaatsen die slecht gekleurd zijn of homogeniteit missen bijwerken: dit kan door met verdunde emulsie en een beetje van het laatste kleurmengsel voorzichtig bij te werken om een geleidelijke overgang te bekomen.
- Als er per ongeluk gaatjes gemaakt werden, een klein laagje grondinkarnaat aanbrengen en een beetje oplichtingskleur en dan voorzichtig bijwerken. |
De tweede oplichting
|
|
- Een mengsel maken van gelijke delen gele en rode oker en de verfplasjes iets kleiner maken
- Laten drogen
- Bijwerken met een beetje kleur in verdunde emulsie.
- De lijnen van de ogen, de wenkbrauwen, de oren, de neusdruppel, de mond, de omtrek van de haren ophalen met een vrij droog mengsel van gebrande sienna met een beetje zwart en een puntje rood. |
De laatste oplichtingen
|
Het aantal oplichtingen en hun intensiteit zullen afhangen van het uiteindelijke uitzicht dat men voor het gezicht beoogt.
In het algemeen moet men te sterke overgangen vermijden tussen de verschillende oplichtingen en oppassen voor het titaanwit dat met de nodige voorzichtigheid moet gebruikt worden, altijd gemengd met cremserwit (giftig) dat transparant is en zachte overgangen tussen de verschillende tinten mogelijk maakt.
De gebruikte techniek voor de laatste oplichtingen zal nu eens de kleine verfplas zijn met een beetje eigeel, dan weer het delicate bijwerken. Sommige ikonografen leggen de laatste lagen "borstelend" met een haast droge kleur, en "verdoezelend" met verdunde emulsie. Als de oplichtingen te wit van kleur zijn kan men over het hele gezicht een glacis van rode oker leggen om er weer leven in te brengen (over de ganse oppervlakte verdunde emulsie aanbrengen met een puntje rode oker legeen tweede maal over dezelfde plaatsen strijken!)
|
|
- De "hogingen" zijn kleine witte streepjes, aangebracht op precieze plaatsen, om aan de gezichten de laatste oplichting te geven.
- Meng titaanwit met een puntje gele oker en werk voldoende droog.
- De"hogingen" niet borstelen maar trekken want de lijnen moeten zuiver zijn. |
|
|